Sinds donderdag 5 maart 2015, bewandelen we Belgisch territorium, vergezeld met een instant camera (Fujifilm Instax 210). Aandachtig gefixeerd op het trottoir bevinden we ons op een triviale queeste naar de Heilige Graal.
Onze ogen zoekend naar kleine kleurrijke vormen, frietvorkjes genoemd en gewoonlijk gebruikt bij het verorberen van frieten aan een frietkraam in plaats van onze vingers.
Zonder plan dwalen we in steden steeds verder van het centrum weg, om ergens in de vergeten hoek van een banale straat een klein vorkje te vinden. Alsof het zelf besliste om exact daar achter te blijven.
Zodra we er eentje opsporen wordt een foto genomen en de exacte locatie op kaart gezet.
We beperken ons tot slechts één standpunt als benadrukking van de glimp die we van dit object opvangen in haar Belgisch landschap.
We rapen de vorkjes nooit op, we laten ze exact zoals we ze vonden achter. Een toerist neemt de monumenten en standbeelden die hij ontdekt toch ook niet mee?
De foto’s en de bijhorende kaart zijn de enige sporen van een handeling die ook als performance kan worden gezien. Bijgevolg is het urenlang wandelen dat voorafgaat aan het schieten van de beelden een integraal onderdeel van het project.
Aan de hand van deze kaart wordt u dus uitgenodigd ons te volgen op voorbije en toekomstige dwalingen.